Sierbomen

Noorse esdoorn

Acer platanoides

Grote, bladverliezende boom met een donkergrijze schors die kloven vertoont. De bladeren hebben 5 tot 7 scherpe lobben. De trossen met kleine, gele bloemetjes ontwikkelen zich tot vruchten die eruit zien als kleine ‘helikoptertjes’. De boom verdraagt elk bodemtype die niet te zuur, turfhoudend of drassig is. Hij is ook goed bestand tegen vervuiling maar houdt niet van bestrating rond zijn voet. Is gevoelig voor bladluizen die kleverige honingdauw afscheiden. 

Enkele cultivars: ‘Crimson King’, ‘Schwedleri’ en ‘Royal Red’, beide met rode tot purperen gebladerte en ‘Drummondii’, met bladeren met roomkleurig randen. Een andere interessante soort is A. pseudoplatanus, de gewone esdoorn, die goed wateroverlast verdraagt maar gevoeliger is voor ziekten en zout.

Bloei: April tot mei.

Foto: Maarten Strack van Schijndel

Zoete kers

Prunus avium

De bloei van zoete kers is vroeger op het jaar dan bij de gewone vogelkers; vanaf april ontluiken al de witte bloesems. De kleine, rode kriekjes die in de zomer verschijnen zijn eetbaar en kennen hun toepassing in confituur en brandewijn. Opgepast: de vruchten maken vlekken. Plant de boom daarom niet in de buurt van uw tuintafel, terras of parkeerplaats. De zoete kers ligt aan de oorsprong van de bekende variëteiten van gecultiveerde, zoete kersen. Doet eveneens dienst als onderstam. Met zijn ronde kruin, overvloedige voorjaarsbloesems, mooie herfstverkleuring en zijn zeer decoratieve schors, speelt de boom in alle seizoenen zijn troeven uit. 

Enkele cultivars: Een bekende cultivar is ‘Plena’, een kleinere variant met mooie, dubbele bloempjes.

Bloei: April tot mei.

Foto: CC BY-SA by H.ZELL

Zomereik

Quercus robur

Deze grote, majestueuze traaggroeiende boom werd lange tijd als heilig beschouwd. Zijn sterk gelobde blaadjes zijn ongesteeld, terwijl de eikels wel van een bladsteeltje voorzien zijn. De zomereik houdt van licht en van een voedsel- en kalkrijke bodem die goed water ophoudt. Verdraagt zowel wateroverlast als perioden van droogte en is niet gevoelig voor zout. Een andere interessante inheemse soort is de Quercus petraea of wintereik. 

Enkele cultivars: de kleinere ‘Concordia’, met zijn goudgele blaadjes, de zuilvormige ‘Fastigiata Koster’, de treurversie ‘Pendula’ en ‘Purpurascens’, die in het voorjaar purper kleurt.

Bloei: April tot mei.

Foto: CC BY-SA by Nikanos

Winterlinde

Tilia cordata

Grote, traaggroeiende boom, met kleine, hartvormige blaadjes (grijsgroen aan de onderkant). Gele herfstverkleuring. De geurige bloemen bevatten veel nectar en worden in kruidendranken en aftreksels gebruikt. Deze boom gedijt op alle bodemtypes, maar verkiest een voedingsrijke, neutrale tot zure bodem. Verdraagt bestrating aan zijn voet, droogte en snoeien. Kan alleenstaand, in leivorm en als haag toegepast worden. T. cordata heeft minder last van bladluizen, en hun kleverige honingdauw, dan T. platyphyllos. 

Enkele cultivars: de rechtopstaande ‘Rancho’, is met zijn konische kruin ideaal voor in een bomenrij, ‘Roelvo’, redelijk ongevoelig voor bladluizen, ‘Greenspire’, met zijn kleine blaadjes en smalle kruin en ‘Winter orange’, waarvan de jonge twijgen oranje kleuren.

Bloei: Juni.

Foto: CC BY-NC by Leo Vanvreckem

Andere mooie sierboomalternatieven

Veldesdoorn (Acer campestre), Gewone vogelkers (Prunus padus), Beuk (Fagus sylvatica), Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia),…